Agrarisch recht

PRIMEUR AGF - "Vastleggen vooraf voorkomt discussie achteraf"

Auteur: Mr. A. (Arjan) Teeuw

Dit artikel is gepubliceerd in het maandblad PRIMEUR AGF, 4-2023, en kan worden geraadpleegd via deze link: https://ap.lc/p8KmJ

“Vastleggen vooraf voorkomt discussie achteraf”

Hoewel het negen van de tien keer goed zal gaan, is het een goed idee om, bij het in bewaring geven van groenten en fruit in koelhuizen, zaken vast te leggen. Dat zeggen advocaten Vincent Hofman en Arjan Teeuw van Den Hollander Advocaten. Dat voorkomt discussie achteraf, als het onverhoopt toch een keer mis gaat.

Vooral het vaststellen van de kwaliteit van de producten op het moment dat zij de koelcel ingaan, kan achteraf narigheid voorkomen, geeft Arjan aan. Hij merkt op dat dit kan door een analyse te laten uitvoeren, maar ziet ook dat dit in de praktijk niet altijd gebeurt. “In ieder geval is het goed als bewaargever en bewaarnemer samen de oogstomstandigheden doornemen en de kwaliteit van de producten visueel vaststellen en vastleggen.”

Naast het bepalen van de startkwaliteit is ook het vastleggen van de voorwaarden en afspraken rondom de gehuurde koelruimte van belang, zegt Arjan. Hij ziet dat dit, in de hectiek van alledag, weleens in de verdrukking kan komen. “In de agrarische wereld is het niet ongebruikelijk om mondelinge afspraken te maken die vaak niet verder geformaliseerd worden.”

Zorgplicht

Hij adviseert, naast het vaststellen van de bewaargeschiktheid met de teler, koelhuizen dan ook, om een schriftelijke overeenkomst op te stellen over de wijze van bewaring en de voorwaarden die van toepassing zijn. “De zorgplicht die op een professionele bewaarder rust, is wettelijk hoog. Dus alles moet in orde zijn.” Arjan geeft aan dat bijvoorbeeld het ontbreken of niet functioneren van temperatuurvoelers een aanleiding kan zijn om exoneraties (uitsluiting van aansprakelijkheid) in algemene voorwaarden terzijde te stellen. “Daar moet je als bewaarnemer niet gemakkelijk mee omgaan.”

Als er vooraf geen afspraken gemaakt zijn over de bewaring, gelden de wettelijke bepalingen over de onderlinge verantwoordelijkheden van beide partijen, legt Arjan uit. “Volgens de wet geldt als uitgangspunt dat wat in bewaring wordt gegeven in dezelfde staat weer moet worden teruggegeven.” Een moeilijker uitgangspunt bij AGF, waar zich altijd wel minieme kwaliteitsveranderingen voordoen tijdens gekoelde bewaring. Daarbij maakt Vincent onderscheid tussen gebeurtenissen die onvermijdelijk zijn, zoals bijvoorbeeld wat vochtverlies door koelen, of zaken die het gevolg zijn van ondeugdelijke bewaring. Hij geeft aan dat in het eerste geval de kans dat de bewaarnemer aansprakelijk bevonden wordt, veer kleiner is dan in het tweede geval.

Aansprakelijkheidspuzzel

Als voorbeeld noemt Arjan het uitgroeien van schimmels tijdens de bewaring. “Het product komt bijvoorbeeld vaak direct van het veld en kan daarom allerlei schimmels bevatten. Dat maakt een product niet gebrekkig. Als het netjes wordt gekoeld, komen die schimmels niet tot ontwikkeling. Als daar een fout mee wordt gemaakt, kunnen de schimmels welig tieren. Over de oorzaak en onderlinge verantwoordelijkheden, kan vervolgens discussie ontstaan. Is de schade het gevolg van de bewaring of van de startkwaliteit van het product? Dat is vaak een hele puzzel.”

Om vast te kunnen stellen of een bepaald kwaliteitsverlies het gevolg is van ondeugdelijke bewaring of van slechte startkwaliteit, kan de rechter de bewijslast leggen bij de bewaargever van de AGF-producten, laat Arjan weten.

Voorwaarden

Maar ook als alles door beide partijen wel goed is vastgelegd, kan dat niet altijd een gang naar de rechter voorkomen, geeft Vincent aan. Zoals in het geval van geïmporteerde blauwe bessen, die bij een professioneel koelbedrijf in een vriescel werden bewaard. Toen de koeling het begaf, liep de temperatuur van de bevroren blauwe bessen op en werd de afgesproken -18˚C niet meer gehaald. Het leverde kwaliteitsverlies van de blauwe bessen op.

In de voorwaarden bij het afgesloten contract had het koelbedrijf aansprakelijkheid voor dergelijke calamiteiten uitgesloten. Vincent geeft aan dat de rechter toch aansprakelijkheid aannam. Die vond dat de monitoring van de vriesinstallatie en de genomen acties bij het uitvallen ervan, onder meer door personeelsgebrek en achterstallig onderhoud, te wensen overlieten.

Uitweg

Daardoor had de bewaarnemer niet aan zijn zorgplicht voldaan, merkt Vincent op. “De bewaarnemer heeft de plicht om de koelinstallatie in een goede staat te houden. Als er dan alarmerende berichten zijn in de aanloop naar het incident en daar wordt telkens niet of niet adequaat op gereageerd, kan de bewaarnemer niet zeggen dat hij niet aansprakelijk is, ook al is dat in de voorwaarden opgenomen. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid was in dit geval een beroep op de exoneratie in de voorwaarden onaanvaardbaar.” Het betekende dat de bewaargever tot onbeperkte schadevergoeding verplicht is.

Vincent geeft aan dat dit voorbeeld aantoont, dat als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, het recht uitwegen biedt uit contractuele afspraken. “Als de situatie nijpend genoeg is en de omstandigheden zijn dusdanig dat het een onredelijk resultaat zou opleveren als de exoneratie in stand zou worden gehouden, kan een rechter besluiten om het contract niet te honoreren.”